De eindstreep. En dus even tijd om terug te kijken.
Laten we voorop stellen dat ik het erg leuk en leerzaam vond om te doen. Natuurlijk vond ik niet elk onderwerp even boeiend, maar het feit dat je inzicht krijgt in zaken waar je weleens vaag of vaker van gehoord hebt vond ik zeer nuttig. Het stelt je werk- en wereldbeeld toch wat bij.
De dingen verdeelden zich regelmatig in zaken die ik persoonlijk interessant vond en de zaken die voor het werk een verbetering van de dienstverlening kunnen betekenen.
Wat dat laatste betreft: je kunt je bibliotheekwebsite verrijken met items die een goede en relevante verbetering van je dienstverlening voor je gebruikers betekenen. RSS-feeds, nieuwsbrieven, Google-maps, (evt persoonsgebonden) info over nieuwe titels of andere zaken die een bepaalde gebruikersgroep kunnen interesseren. Ook de voortdurende verbetering van catalogus- en zoeksystemen, zoals de Aquabrowser, zijn stappen voorwaarts om collecties en informatie voor belangstellenden te ontsluiten.
Puur persoonlijk vond ik de dingen die met muziek te maken hadden (16 en 20)erg leuk, maar ook Google earth/maps/streetview en foto's bewerken. Instant messaging als Twitteren, chatten en soortgelijke vluchtige uitingen spreken me minder aan. Maar het was wel leuk om je te laten verrassen, doordat dingen net anders waren als je verwachtte, er betere alternatieven bleken te zijn of door de omvang van een onderwerp. Een onbekend fenomeen waar miljoenen mensen druk mee blijken te zijn.
Op de afgelopen Manuscripta stuitte ik zo ook op deboekensalon.nl Een nog vrij nieuwe online community voor boeklezend Nederland, zoals ze het zelf omschrijven. Met als één van de uiteindelijke doelen het met elkaar in contact brengen van schrijvers en lezers.
Bijkomend aspect aan deze cursus is dat je in de gelegenheid wordt gesteld na te denken en een mening te vormen over bibliotheekwerk in het licht van deze digitale ontwikkelingen. Is heel nuttig om op z'n tijd is over het 'waarheen waarvoor' van je werk te filosoferen.
Wat er gedaan zou kunnen worden om 23dingen te verbeteren vind ik moeilijk aan te geven, omdat je niet weet wat er zich in de nabije toekomst aan technische en inhoudelijke ontwikkelingen gaan voordoen. Heel attent blijven, lijkt me. Ik zou het cursusprogramma misschien wel wat condenseren. 23 redelijk uitgebreide dingen, plus alle aanvullende info en documentatie, is een flinke hap. Een stuk of tien compacte, praktische dingen lijkt me beter behapbaar.
23dingen betekende voor mij een prima toegangspoort naar een deels bekende, maar ook nog onbekende digitale wereld.

dinsdag 7 september 2010
#22
Veel leeswerk deze keer. Verschillende artikelen, en daaraan verwante, had ik al eerder gelezen. Nuttige visies vanuit allerlei invalshoeken. Ik wil hier even reageren op de samenvatting van Orient Express mbt een artikel van Rick Anderson. Away from icebergs is in deze context overigens een prachtige titel. Er staat: bibliotheken moeten minder collectioneren maar meer toegangspoort zijn tot. Dat vind ik een twijfelachtige stelling. Het lijkt me dat én én beter zou zijn. Iemand zal toch moeten collectioneren om fysiek materiaal ter beschikking van belangstellenden te hebben. En daaraan zal een logistiek systeem gekoppeld moeten zijn om die materialen daadwerkelijk bij de gebruiker te krijgen. Eén collectie in heel Nederland (bijv KB) lijkt me onwerkbaar, dus er zullen meer fysieke collecties (boeken, cd, dvd, enz) beschikbaar moeten zijn en blijven. Met daaraan een helder samenwerkingsverband. Wie mag waarvan gebruik maken, op welke manier en tegen welke kosten? Veel drijvende ijsbergjes zullen aan elkaar gevroren moeten worden.
Een ander lastig punt, wat ik al eerder genoemd heb, is dat je toegang biedt tot/informatie verschaft over zaken die niet je eigendom zijn. Je werkt met bezit en inhoudelijke verantwoordelijkheid van derden, want het eigen bezit, cq fysieke collectie in de bibliotheek verdwijnt. Dat lijkt me ook conseqenties te hebben voor je financiën. Inkomsten (bibliotheekabonnementen) en subsidies (gemeenten die zich afvragen wat ze eigenlijk subsidieren). Kortom nog erg veel georganiseer.
Bij de Ning community had ik me al eerder aangemeld, met een eigen account.
Een belangrijk punt voor de verdere ontwikkeling van Bibliotheek 2.0 lijkt me het attent blijven. Er zullen de komende jaren ongetwijfeld nieuwe zaken ontwikkeld worden en bestaande elementen zullen fuseren tot nieuwe produkten. En nu populaire items zullen verdwijnen. Het zal veel tijd en energie kosten om al die ontwikkelingen te volgen en op waarde te schatten. Wat is bruikbaar en voegt iets toe aan de bestaande dienstverlening? Misschien gaan al die technologieën en diensten wel zorgen voor een geheel nieuw instituut dat de bibliotheek uiteindelijk zal vervangen. Al is het alleen de naam al.
Een ander lastig punt, wat ik al eerder genoemd heb, is dat je toegang biedt tot/informatie verschaft over zaken die niet je eigendom zijn. Je werkt met bezit en inhoudelijke verantwoordelijkheid van derden, want het eigen bezit, cq fysieke collectie in de bibliotheek verdwijnt. Dat lijkt me ook conseqenties te hebben voor je financiën. Inkomsten (bibliotheekabonnementen) en subsidies (gemeenten die zich afvragen wat ze eigenlijk subsidieren). Kortom nog erg veel georganiseer.
Bij de Ning community had ik me al eerder aangemeld, met een eigen account.
Een belangrijk punt voor de verdere ontwikkeling van Bibliotheek 2.0 lijkt me het attent blijven. Er zullen de komende jaren ongetwijfeld nieuwe zaken ontwikkeld worden en bestaande elementen zullen fuseren tot nieuwe produkten. En nu populaire items zullen verdwijnen. Het zal veel tijd en energie kosten om al die ontwikkelingen te volgen en op waarde te schatten. Wat is bruikbaar en voegt iets toe aan de bestaande dienstverlening? Misschien gaan al die technologieën en diensten wel zorgen voor een geheel nieuw instituut dat de bibliotheek uiteindelijk zal vervangen. Al is het alleen de naam al.
Abonneren op:
Posts (Atom)